Jantje zag eens pruimen hangen, o! als eieren zo groot, 't Scheen, dat Jantje zou gaan plukken, schoon zijn vader 't hem verbood.’
‘Daar alleen kan liefde woonen, daar alleen is 't leven zoet, Waar men, blij en ongedwongen, voor elkander alles doet.’
Twee citaten uit Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen. Van Alphen schreef voor zijn zonen drie dichtbundels (’Ziedaar, lieve wigtjes! Een bundel gedigtjes’) en gaf ze aanvankelijk anoniem uit. Deze bundels werden een groot succes, zijn tientallen malen herdrukt en zijn vertaald in het Frans, Duits, Engels, Fries en Maleis.
‘Daar alleen kan liefde woonen, daar alleen is 't leven zoet, Waar men, blij en ongedwongen, voor elkander alles doet.’
Twee citaten uit Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen. Van Alphen schreef voor zijn zonen drie dichtbundels (’Ziedaar, lieve wigtjes! Een bundel gedigtjes’) en gaf ze aanvankelijk anoniem uit. Deze bundels werden een groot succes, zijn tientallen malen herdrukt en zijn vertaald in het Frans, Duits, Engels, Fries en Maleis.
By : Hieronymus van Alphen (1746 - 1803)
|
In totaal heeft Van Alphen slechts 66 gedichten voor kinderen geschreven. Hij schreef hoofdzakelijk vrome poëzie voor volwassenen en kunsttheoretische en religieuze beschouwingen. Van Alphen schreef voor zijn kinderen drie dichtbundels (’Ziedaar, lieve wigtjes! Een bundel gedigtjes’) en gaf ze aanvankelijk anoniem uit. Deze bundels werden een groot succes, zijn tientallen malen herdrukt en zijn vertaald in het Frans, Duits, Engels, Fries en Maleis.
Uit de gedichten van Van Alphen spreekt een voor die tijd moderne visie op het kind (naar ideeën van de Verlichting). Hij beschouwde het kind als een onbeschreven blad, dat deugden als gehoorzaamheid, eerbied voor de ouders en voor God en bescheidenheid aangeleerd kon worden. Hij vond ook dat kinderen spelenderwijs moesten kunnen leren. ’Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen, En waarom zou mij dan het leeren verveelen?’ dichtte hij. Ouders zijn vergevingsgezind, zo hield hij de kinderen voor, als je maar eerlijk en oprecht bent: ‘Kom Keesje lief! hou op met krijten, Zei moeder toen: 'k Wil u dien misslag niet verwijten, Hij kreeg een zoen.’
Zijn kindergedichten waren simpel van opzet door hun eenvoudige en strakke rijmschema’s, waardoor ze gemakkelijk uit het hoofd geleerd konden worden. Bovendien was het vaak het kind zelf dat aangaf welke deugden het nastreefde, en welke ondeugden het verafschuwde:
Een vriend, die mij mijn feilen toont,
Gestreng bestraft, en nooit verschoont,
Heeft op mijn hart een groot vermogen.
Maar...`t laag gemoed, dat altoos vleit,
Verdenk ik van baatzuchtigheid;
Ik kan zijn bijzijn niet gedogen.
Zijn bekendste gedicht is De Pruimeboom (1779). In 1780 werd een aantal van Van Alphens gedichtjes op muziek gezet.
Van Alphen nam met deze gedichtjes een voorbeeld aan de Duitse kinderdichters Christian Felix Weiße en Gottlob Wilhelm Burmann. Zijn kinderdichtbundels worden wel beschouwd als het begin van de kinderliteratuur in Nederland.
Comments
Post a Comment