Dit avonturenverhaal speelt zich af vlak voor het jaar 1300. Fulco, dienaar van de ridder Gijsbrecht van IJsselstein, heeft zijn bijnaam "De Minstreel" gekregen omdat hij zo mooi kan zingen. Heer Gijsbrecht trouwt met zijn geliefde Bertha, wat gevierd wordt met een groot toernooi. Maar een paar weken later slaat hun geluk om in ongeluk: ze raken van elkaar gescheiden, Gijsbrecht wordt door zijn vijanden gevangen genomen, terwijl Bertha in het kasteel IJsselstein belegerd wordt. Kan Fulco hen uit deze benarde positie redden?
By : Cornelis Johannes Kieviet (1858 - 1931)
By : Cornelis Johannes Kieviet (1858 - 1931)
|
Fulco, bijgenaamd de Minstreel vanwege zijn zangtalenten, is dienaar van Gijsbrecht van IJsselstein en vergezelt hem en diens schildknaap Jan van Asperen naar Heukelom, waar Gijsbrecht met zijn bruid Bertha zal trouwen en een riddertoernooi ter hunner ere plaatsvindt. Gijsbrecht vernedert op dit toernooi de arrogante Hendrik van Vianen die de nederlaag niet kan verkroppen, zich bedrinkt en misdraagt, en vervolgens wraak zweert.
Die kans komt wanneer Gijsbrecht met Fulco naar het hof te Veere is gestuurd voor vredesbesprekingen die hij namens de bisschop van Utrecht moet voeren met Wolfert van Borselen, die de minderjarige Hollandse graaf als gijzelaar vasthoudt en zo zowel Holland als Zeeland beheerst. Gijsbrecht is in een precaire positie want hij is zowel maarschalk van Utrecht als leenman van Holland. Vianen arriveert met het nieuws dat er vijandelijkheden zijn uitgebroken, en hij en Borselen eisen dat Gijsbrecht zijn kasteel beschikbaar stelt voor een Hollandse bezetting. Gijsbrecht houdt vast aan neutraliteit en hierop proberen Borselen en Vianen hem gevangen te nemen. Fulco ontsnapt naar IJsselstein maar Gijsbrecht wordt door Vianen gegrepen en naar Dordrecht gebracht, waar Heer Aloud, getrouwe van Borselen, de scepter zwaait.
Met listen en lagen weet Fulco het zoontje van Vianen als gijzelaar te ontvoeren, en uiteindelijk ook Gijsbrecht uit Dordrecht te bevrijden. Vianen slaat het beleg van kasteel IJsselstein, en na meer dan een jaar moet Bertha capituleren. De zestien overlevenden worden naar Dordrecht gebracht waar heer Aloud een loting houdt: volgens de capitulatievoorwaarden bepaalt die loting wie ter dood gebracht wordt en wie vrij zal zijn. Wanneer Aloud en Vianen echter deze laatste voorwaarde negeren en de niet ter dood veroordeelden levenslang willen opsluiten, protesteren de schepenen en zet een mysterieuze monnik de Dordtenaars aan tot opstand. De monnik die de door Fulco bevrijde Gijsbrecht is, rekent af met Vianen en omarmt zijn geliefde Bertha. Aloud wordt gedood, Borselen verliest de macht over Holland en wordt tijdens een vluchtpoging gevangengenomen en uiteindelijk te Delft gelynched. Jan I van Henegouwen wordt graaf. Fulco wordt tot ridder geslagen en tot kastelein van slot Heukelom benoemd.
Comments
Post a Comment